Zie, daar loopt ze, de jamu
verkoopster met haar bakul jamu op de rug. Haar zo grote rijkdom zie ik,
ondanks haar armoedig bestaan.
Ik zelf ben vol rijkdom tot berstens toe:
De rijkdom die mijn ogen opnemen van ergens en overal paradijzen te vinden,
De rijkdom die mijn ogen opnemen van ergens en overal paradijzen te vinden,
van voelen, door in helder. fris, stromend bergwater te stappen en het in je handen op te scheppen,
van haar eeuwig te horen ruisen, murmelen, kabbelen, klotsen, klateren in kali’s, beekjes, slootjes en sawah’s,
van de zuivere, frisse lucht diep in te ademen,
van in een zachte verkwikkende regen je nat te maken met druppels die zo wonderbaarlijk uit de hemel vallen,
van de dauw en de koele grond te voelen op blote voeten,
van een gezonde honger te hebben en te leven.
Daar is de zo grote rijkdom van gezond zijn, van vrij zijn, van iemand te beminnen en wederzijds bemind te zijn,
van de jeugd en van hen op hoge leeftijd met gerijpte gedachten,
van het zorgeloze kind en van hen die moeders werden,
van grenzeloze gedachten en fantasie,
van het mooiste te kunnen schenken en te kunnen ontvangen.
Van …
De rijkste man,
Zonder te arbeiden, heeft hij een groot inkomen,
Bestelen dieven hem, hij wordt niet armer,
Hoe meer hij geeft, hoe meer hij heeft
Hij ontvangt zoveel en hoeft niet te betalen.
Bestelen dieven hem, hij wordt niet armer,
Hoe meer hij geeft, hoe meer hij heeft
Hij ontvangt zoveel en hoeft niet te betalen.
“Hij is een wandelend fortuin!”
Ik meen iemand dit gezegd te hebben. Maar als ik mij vergis dan ben ik het zelf wel of zou het zelf ook gevonden hebben..
1977
This is my book. You can read it.
No comments:
Post a Comment