Ik
herrinner me toen ik nog een kleine jongen was jonge meisjes zongen: “In
je ogen staat geschreven wat je mond niet zeggen wou.” Dat is zeggen
met de ogen. Zeggen met bloemen is zeggen wat je mond niet zeggen wou.
“Ik zou het zeggen met een kus” zei opa Johan.
Si
Upik en si Buyung, haar oudere broer samenzweerden met stilletjes geld
in de portemonnee van moeder te stoppen. Dat is hun manier van zeggen
wat hun mond niet zeggen wou.
Pak Arif doet het op een andere
manier. Op een dag was hij van plan om op de fiets een cross-country
tocht te doen. Zijn vrouw maakte zijn picnic pakje klaar. Toen ze klaar
was zei Pak Arif met opzet: “Dank je wel Molly” tot zijn hond.”
Toen hij
vertrok zei hij: “Dag Molly, tot spoedig weerziens” zonder zelfs naar
zijn vrouw om te kijken die naast hem stond bij het hek.
Toen hij een
eindje weg was keek hij om en in plaats van te wuiven, hief hij zijn
vuist in de hoogte en barstte in lachen uit. Zeker, dat moet zijn vrouw
onvergetelijk heel “woedend” maken.
Op een dag ging hij weer uit en keerde terug.
“Ik heb wat vergeten” zei hij.
“Wat te drommel heb je vergeten?”
“Ik vergat mijn kus” kuste haar, grinnikte en ging haastig weer weg.
Ja,
dat is zijn manier van zeggen met wat je mond niet zeggen wou. Hij vond
het heerlijker haar te plagen, haar gevoelens te kriebelen. Het is niet
verwacht, leuker, aardiger dan een dank je wel, of een kus of wuiven
zoals het de gewoonte is.
Toen, tijdens de Valentijn dagen was het anders. Een kus werd gestolen want verboden vruchten smaken zoeter zei hij.
Zij
zeiden nooit honey, schat, of lieveling tegen elkaar. Wanneer zijn
vrouw zijn deel in de dagelijkse bezigheden had gedaan, veinsde hij:
“Kijk hoe lief van bibi, (hun oude dienstmeid) om mijn werk te
verrichten.”
Nou
moet je niet denken dat er altijd vrede is. Wanneer ze twisten, niet zo
maar twisten, maar oorlog, niet zo maar oorlog met boze woorden, maar
een zwijgend koude oorlog.
Eens toen de vrede de drempel naderde, pak
Arif opende voorzichtig het vredes woord: “Waarom smaakt deze rijst
bitter?”
Plotseling barstte zijn lachen die hij met alle macht had
ingehouden als gutsend, klaterend water uit een gebroken dijk.
“Zeker, zo bitter als is jouw hart.” Zei ze plagend terug.
Dat is Pak Arif’s vredes kus.
“Hoe
heerlijk is de vrede na zo’n hevige twist, vijandschap. Ik dorst naar
een andere koude oorlog, alleen maar om deze vrede weer mee te maken”
fluisterde Pak Arif tegen mij.
En ik peinsde, echte vrede werd
nooit tot stand gebracht door vredes verdragen, vredes voorwaarden.
Zolang er nog steeds iets hinderde is er geen vrede.
Alleen dan, wanneer
er niets meer, geen enig gevoel van ruzie, vijandschap over is
gebleven, dan is er echte vrede, zoals kleine kinderen die na een ruzie
zonder vredes voorwaarden weer met elkaar spelen.
Uit de The Jakarta Post 6 December 1998
This is my book. You can read it.
No comments:
Post a Comment