Wanneer ik bevreesd was dat men mij niet zou
achten, wel, dan trek ik al mijn overgebleven tanden uit en maak me een
mooi nieuw gebit, ik verf mijn haar zwart.
Ik ben dankbaar voor mijn tanden en mijn haar die
meer dan tachtig jaren hebben gediend. Waarom moet ik ze uittrekken, mijn haar
verven en me er voor schamen?
Wanneer je toen wist dat ik op een dag als een
vogelverschrikker zou uitzien, zou je mij toen getrouwd hebben? Zou je dan geen
spijt hebben?
Tegen over jou zou ik juist al het lelijke van
mij niet verbergen.
En wat betekent het wanneer je van me hield, alleen omdat ik toen, jong en goed uitzag en jij mij getrouw bleef omdat er gezegd is, dat “wat God verenigt heeft, de mens niet mag scheiden”?
Nou, kus mij dan, wanneer je geen spijt hebt.
Dat was een gesprek in mijn geest.
Dit is mijn boek.
No comments:
Post a Comment